Ze durft het haast niet te zeggen, maar stiekem rekende Irene Wassink, ex-Ceres, op de uitnodiging voor Oranje. Volgende week start het EK basketbal in de B-divisie voor meiden onder de 16 jaar en de inwoonster van Emmeloord is erbij. ‘Irene is een basketbalster met veel potentie’, zegt Stijn van Duijn, haar coach bij de NBB Basketball Academy Landstede Hammers in Zwolle.
Het EK is van 10 tot en met 19 augustus in Podgorica, Montenegro. Nederland is ingedeeld in poule C met Groot-Brittannië, Denemarken, IJsland en Bosnië en Herzegovina. Vorig jaar, in Kopenhagen, was Irene Wassink ook speelster van Oranje. Toen ging het om een officieus EK, een oefentoernooi voor meisjes onder de 15. In Montenegro is het menens voor de Orange Lions VU16. Irene Wassink, coach Stijn van Duijn en vader Derk Jan aan het woord over Irene Wassink.
Irene Wassink:
‘Ik vind het stom om over mezelf te zeggen, maar het klopt: ik rekende erop dat ik bij de selectie voor het EK zou zitten. Als ik er niet bij had gezeten, was ik teleurgesteld geweest. Ik weet niet precies de redenen voor mijn selectie. Iedereen is megagetalenteerd, ik zit niet voor niets bij de beste twaalf van Nederland. In de voorbereiding heb ik veel minuten gemaakt, maar de bondscoach heeft aangegeven dat het niets zegt over het aantal speelminuten op het EK. Nee, ik zie er niet tegenop, ik kijk ernaar uit. Ik heb er heel veel zin in. In Denemarken heb ik weinig gespeeld, was ik geen eerste keus. Sindsdien is mijn status veranderd.’
‘Bij Landstede train ik negen keer per week anderhalf uur. Meiden van de Academy zijn conditioneel beter dan meiden, die bij hun club trainen. Waar ik goed in ben? Dat weet ik niet zo goed. Ik ben een 4, een powerforward. Ik heb mijn lengte mee, ben lenig, heb een goed schot en onder het bord is mijn spel ook in orde. Verdedigen is een verbeterpunt. Ik heb korte tijd andere sporten gedaan. Badminton en atletiek. Met een vader en moeder, die allebei basketbalden, moest het wel basketbal worden. Het teamspel, een goed lopende aanval: basketbal geeft mij een lekkere energie. Basketbal is voor mij dé sport.’
Derk Jan Wassink:
‘Irene is een echte 4: ze kan goed schieten, ook van buiten de bucket, en naar binnen dribbelen. Ze is beweeglijk en atletisch. Ook heeft ze haar lengte mee. Toen ze voor de eerste keer een bal aanraakte, zag ik het al. Irene heeft heel veel talent. Ze speelt bij Landstede bij onder de 18 en zelfs de 20, puur om meer weerstand op te bouwen. Bij onder de 16 ging het te gemakkelijk. Ze doet het verschrikkelijk goed, maar fysiek komt ze nog te kort. Tegen Luxemburg stond ze tegenover een grote, sterke center. Toen had Irene het, zeker in het begin, lastig.’
‘Ze vindt het spelletje heel leuk. Ze moet zich nog meer profileren in de belangrijke wedstrijden. Op het EK speelt Nederland zeven wedstrijden, dan heb je iedereen nodig. Hard werken, goede begeleiding krijgen, de juiste mensen treffen, er zelf veel tijd in steken en een beetje geluk hebben: dan kan Irene de top bereiken.’ Moeder Susan vult aan: ‘Bij Oranje worden de meiden begeleid door bondscoach Chris Stomp, die pedagogisch heel goed is. Hij kan goed met jeugd omgaan en doet keihard z’n best om er een echt team van te maken. De sfeer is heel relaxed.’
Stijn van Duijn:
‘Irene is een ingetogen, sociaal meisje. Ze is nog jong, wat onzeker over zichzelf en heel talentvol. Ze is lang voor haar leeftijd en tegelijk heel vaardig aan de bal. Qua fysiek is ze geen powerforward, al begint ze wat spiermassa te kweken. Ze kan vanuit alle hoeken raak schieten, ze kan goed dribbelen en finishen bij de basket. Zo bijzonder. Wat nog beter kan: het herkennen van het spel. Irene kan zelf goed basketballen, maar ze moet gaan zien wat er op het veld om haar heen gebeurt: mijn optie is weg, wat betekent dat voor de rest van het team?’
‘In de A-divisie spelen zestien landen. Dat betekent dat er honderd basketbalsters van haar leeftijd op een hoger niveau spelen dan Irene. Als ze richting de Europese top wil en over de grens haar geld wil verdienen met basketbal, dan moet ze een professionaliseringsslag maken. Zichzelf blijven pushen, veel extra uren maken en vaker de sportschool in. Ze moet op een volwassen manier met haar eigen ontwikkeling omgaan. Dit EK is een mooie eerste stap op die weg, een eerste kennismaking. Ik ben heel benieuwd!’
Harry de Ridder